Mariska van Kolck

Mariska van Kolck over minnares ex-man: ‘We hebben liefdevol contact’

De wereld van Mariska van Kolck stortte negen jaar geleden in één klap in. Haar man Knut verliet haar voor zijn minnares Wia, die ook nog eens van hem in verwachting was…

Mariska van Kolck heeft het zwaar gehad. Een jaar geleden overleed haar ex-man Knut Jacobsen (56), vader van haar zoons Christoph en Vincent, aan een hartstilstand. ‘Het verlies zorgde voor veel verdriet, maar ook voor de nodige administratieve rompslomp. Vervolgens kwam corona er overheen, waardoor ik ineens geen werk meer had en als zzp’er ook geen inkomen. Ik hoor me destijds nog zeggen: ‘Ik ben blij als 2019 over is’, niet wetend dat 2020 nóg erger zou worden’, vertelt ze aan Weekend.

Goede band

De musical-actrice wil sterk zijn voor haar kroost, maar dat is niet altijd even makkelijk. ‘Ik ben een krachtig en positief mens. Bij tegenspoed denk ik:
tel je zegeningen. Maar natuurlijk zak je wel eens weg bij moeilijke momenten’, aldus Mariska. ‘Gelukkig doen mijn jongens het ondanks het verdriet om hun vader ongelooflijk goed. Ik ben heel trots op ze. Ik had al een zeer goede band met mijn kinderen en die is alleen nog maar verstevigd.’

Bijzonder mens

Mariska was veertien jaar getrouwd met de in Duitsland geboren Knut. In 2011 kwam ’t plotsklaps tot een scheiding omdat Knut verliefd was geworden op ’n zekere Wia, die op dat moment al in verwachting was van hem. Mariska’s ex-man verhuisde naar het noorden, waar hij nóg een kind met Wia kreeg. Op de vraag hoe het contact met Knut’s weduwe nu is, antwoordt Mariska: ‘Uitstekend, we hebben onwijs goed en liefdevol contact. Met elkaar, maar ook met mijn én haar kinderen, Klaas-Jan en Ella.’ Mariska en Wia moesten samen een heleboel zaken afwikkelen rond ’t overlijden van Knut: ‘Dat hebben we liefdevol met elkaar opgelost. We vinden elkaar oprecht aardig, respecteren elkaar, ik ben trots op haar en zij is trots op mij. Dat zijn mooie emoties. Het is een lief en bijzonder mens in mijn leven geworden en daar zijn we blij mee.’