Patty Brard

Column Patty Brard

Ik heb gisteravond voor de tweede keer het programma Beter Laat Dan Nooit bekeken in de herhaling en hoorde voor de tweede keer ook mijn man schateren van de lach om Willibrord Frequin. Terwijl Antoine normaal gesproken de aandachtsspanne van een goudvis heeft als het om televisie gaat, keek ook hij voor de tweede keer weer. Beter Laat Dan Nooit is een programma op RTL4 over vier ouwe rotten uit het vak die onder leiding van Olcay Gulsen een reis maken door het Verre Oosten.

De eerste a flevering waren Willibrord, Peter Faber, Gerard Cox en Barrie Stevens op reis in Japan. Met de metro door Tokyo, slapen in een hotel met alleen maar slaapcabines, schoenen uit voordat je binnenkomt, mangameisjes op straat, rauwe vis en zoete wafels met kip als diner, de krasse ouwe knarren kijken hun ogen uit en proberen zich aan alles aan te passen, hoewel ze natuurlijk liever een lekkere hotelkamer hadden gehad met een normale kledingkast en een kruimige aardappel met een bal gehakt. Ze zeuren niet, maar dat kan ook niet met Olcay als reisleidster. Ze helpt ze uit hun kleding, stimuleert ze alles te proberen en wijst ze er subtiel doch dringend op vooral niet te zeuren! Intussen vinden er gesprekken plaats over de essenties van het leven, wordt subtiel uitgelegd wat zij van de liefde vinden, van seksualiteit, van ouder worden en van kind zijn, en langzaamaan heeft de stoere Olcay moeite haar tranen te bedwingen.  Antoine kijkt aandachtig naar de televisie en analyseert: ’Weet je wat het is, je zit naar een paar wijze ouwe mannen te kijken die het allemaal al hebben meegemaakt, die het niet meer kan schelen hoe ze overkomen op tv, die door de aandacht van de camera niet ineens denken dat ze televisie moeten maken en gek gaan doen, ze zijn gewoon echt!’ Hij heeft gelijk, hoewel ik het aandeel van Olcay ook graag belicht zie. Lief, meegaand, maar ook leidend in de gesprekken die gevoerd worden. Ze probeert de onderwerpen niet op haarzelf te betrekken, een verademing vergeleken bij andere realitysterren, maar het lukt haar niet altijd haar emotie weg te stoppen. Vooral als het haar aan haar jeugd doet denken. Bij navraag blijkt dat Olcay het niet bepaald makkelijk heeft gehad. Ze komt uit een gezin met vier zussen en een broer, haar ouders zijn Koerdisch/Armeens en komen uit Turkije. Haar vader was schizofreen en gewelddadig, waardoor het gezinsleven niet fijn was, maar ze rept er met geen woord over. Ja, als Peter Faber zegt dat elk kind te horen zou moeten krijgen dat ze goed zijn zoals ze zijn en niet zo hard zou hoeven proberen, krijgt ze het duidelijk moeilijk, maar ze refereert slechts en passant aan het feit dat zij dat gevoel niet gekend heeft. Ze is kwetsbaar, doch niet hysterisch aanwezig. Dat kan ze wel zijn. Ze heeft een mening die ze niet onder stoelen of banken schuift in andere programma’s. Ze is ook supergrappig, de reden waarom ik Wie is de Mol? ben gaan volgen. Hoe briljant was het spelletje karaoke/liedjes raden in twee auto’s met Jan Versteegh. En dan heeft ze ook nog een faillissement achter de rug en is weer helemaal opgekrabbeld. Ze doet me aan iemand denken, ik ben heel erg trots op haar! Zij komt er wel, die Olcay!