Patty Brard

Column Patty Brard

Eigenlijk was ik nog niet van plan te vertellen over het proefprogramma dat ik vorige week gemaakt heb met Fred van Leer, maar ik ga er nu toch een beetje van verklappen, zonder te veel van het hele format prijs te geven. De reden? Met pijn in mijn hart heb ik van de week het nieuws gevolgd over Barbie, haar ex-man Michael van der Plas en hun kinderen Angelina en Milano. We weten inmiddels allemaal wel dat het niet goed gaat met Barbie en dat Michael met gezwinde spoed terug moest komen uit Spanje om zich wederom over de kleintjes te ontfermen. Inmiddels is besloten dat de twee bij hun opa’s en oma’s geplaatst worden totdat een stabieler thuisfront bij papa mogelijk is, terwijl mama in een kliniek in Schotland zichzelf terug gaat proberen te vinden.

In het programma dat ik van de week met Fred maakte, werd ons verzocht de vader en moeder van een opvanggezin met maar liefst zeventien kinderen te verblijden met een bezoek. Het echtpaar heeft zelf zeven kinderen en hebben hun woning opengesteld voor tien kinderen die tijdelijk uit hun eigen huis geplaatst zijn. Het werd een vrolijke draaidag, maar ook heel intens. Het echtpaar gaf ons voor één dag de zorg over die zeventien en waar je dan denkt dat het een grote, hysterische, gezellige bende zou kunnen worden, werd het ook een erg emotionele dag. Het viel ons op dat de kinderen zich allemaal, groot of klein, binnen no time ook aan ons hechtten en graag met ons een verrassing voor hun pleegouders wilden voorbereiden. Tussendoor braken zowel Fred als ik bij het aanhoren van het vele leed waar deze kinderen aan blootgesteld waren. Ze wilden graag hun verhaal aan ons kwijt en waren soms zelfs ijzingwekkend eerlijk. De opvang ouders vertelden ons later dat zij meewerkten aan dit programma omdat ze graag de aandacht wilden vestigen op het feit dat er een schrijnend tekort is aan opvanggezinnen in Nederland. Mensen die hun huis tijdelijk openstellen voor kinderen in nood. Niet iedereen heeft namelijk ouders zoals ik heb gehad in moeilijke tijden of ouders zoals Michael en Barbie hebben. Daar mag je God op je blote knieën voor danken. Deze lieverds en stouterds konden nergens anders terecht dan bij onbekende gastouders. Wat een leed, maar tegelijkertijd: wat een liefde! Ook tussen de zeven ’natuurlijke’ en de tien opvangkinderen, iedereen zorgde voor iedereen. Ik weet niet precies wat de regels zijn om als opvanggezin te kunnen fungeren en waar je dan precies moet zijn. Ik weet wel dat ik ontzettend veel respect heb gekregen voor ouders die zich hiervoor opgeven en dat je het zeker moet doen als het mogelijk is. Maar het is ons ook duidelijk  geworden dat je dag en nacht ’aan’ moet staan. Is het niet de een die aandacht nodig heeft, is het wel een ander. Diep respect ook voor de ’natuurlijke’ kinderen van het gezin, die zonder te zeuren er onder andere voor zorgen dat de twee industriële wasmachines en drogers constant blijven draaien. Hoop dat het ook allemaal goedkomt voor Michael, Barbie en hun kleintjes. Tot dan: respect voor hun beider ouders!