Ppe22122012

Gerommel met titels

Deze column is gepubliceerd in Weekend nummer 2

In België is aan het licht gekomen dat hun prins Laurent en zijn zus prinses Astrid niet meer ’Van België’ als achternaam hebben, maar ’Van Saksen-Coburg’. Net als hun halfzus, prinses Delphine. Het is in een in vergetelheid geraakt besluit van 2015 al bekrachtigd, maar kwam nu door een statutenwijziging pas aan het licht.

Door Rick Evers

Laurent, de brompotprins van België, is er niet over te spreken. Hij vindt de nieuwe achternaam maar niets. “Want wij heten Von Sachsen-Coburg, en niet ’van’. Maar bon, dat staat dus niet zo op onze identiteitskaart. Blijkbaar mag de politiek dat allemaal zo beslissen.” Van oorsprong is de Belgische koningsfamilie inderdaad een Duitse. Ook de Britse royals heetten Saxe-Coburg and Gotha, tot koning George V in de Eerste Wereldoorlog de familienaam naar Windsor liet aanpassen om de banden met Duitsland te verbreken. Voor Laurent en zijn familie is het hooguit wat ongemakkelijk. Alleen de rechte lijn van het koningshuis, de huidige, voormalige en toekomstige staatshoofden en hun partners, blijven Van België heten. Het betekent verder dat voor de broers en het zusje van kroonprinses Elisabeth hun familienaam wijzigde.

Toch is het misschien wat minder ingrijpend dan wat in andere landen gebeurt, want in België zijn en blijven ze allemaal prins(es). Enkele jaren geleden besloot koning Carl Gustaf van Zweden zijn kleinkinderen hun prinselijke titels te ontnemen, behalve de kinderen van kroonprinses Victoria. De situatie in Denemarken is nog een stuk schrijnender. Daar leek prins Joachim via een persbericht van het paleis te hebben moeten vernemen dat zijn kinderen per 1 januari 2023 geen prins of prinses meer zijn, maar slechts graaf of gravin van Monpezat. Voor hun bestwil, vond koningin Margrethe, die begrijpt dat deze vier kleinkinderen zelf hun kostje zullen moeten gaan verdienen. Daar zou een prinselijke titel alleen maar bij in de weg staan. Maar het zorgde voor tranen in het gezin van Joachim. Die was wel betrokken in de gesprekken erover, maar dat het voor zijn moeder al in kannen en kruiken was, wist hij niet. “Het is mijn plicht en mijn wens als koningin om ervoor te zorgen dat de monarchie zich aanpast aan de tijd”, zei Margrethe toen de commotie de internationale media haalde. “Deze aanpassing zie ik als een noodzakelijke waarborg voor de toekomst van de monarchie. Ik heb mijn beslissing genomen als koningin, moeder en grootmoeder. Maar als moeder en grootmoeder heb ik onderschat hoezeer dat mijn jongste zoon en zijn familie raakte.”

In Nederland is het allemaal anders en beter geregeld. Nog voor Willem-Alexander, Friso en Constantijn kinderen kregen, wisten ze welke titels er voor hen klaarlagen. Prinsjes – al werden het prinsesjes – der Nederlanden én van Oranje-Nassau voor de kinderen van troonopvolger Willem-Alexander. De kinderen van zijn broers zouden graaf of gravin van Oranje-Nassau worden en jonkheer of jonkvrouwe van Amsberg. Vreemd hieraan is alleen dat de dochters van Willem-Alexander niet het aan hun opa gelinkte predicaat jonkvrouwe van Amsberg kregen.

Toch valt het mee met de rest van de koninklijke familie, want daar is het nogal een zootje. Alle vier de dochters van Juliana en Bernhard werden destijds nog prinsessen der Nederlanden, van Oranje-Nassau én van Lippe-Biesterfeld. Volgens de RVD ook prinses Margriet vanaf haar geboorte, maar op haar geboorteakte ontbreekt de titel prinses der Nederlanden. Haar kinderen kregen een nieuwe titel, prins van Oranje-Nassau, van Vollenhoven, maar Pieter van Vollenhoven zelf werd geen prins. En ook al zijn het mannen, anders dan in de adel gebruikelijk mogen zij hun titel niet doorgeven. Als klap op de vuurpijl hebben de kinderen van prins Maurits andere achternamen dan de kinderen van zijn drie broers. Misschien moet prins Laurent dus niet zoveel klagen.

Beeld: PPE

Deze column is gepubliceerd in Weekend nummer 2. Dit nummer bestellen kan hier. Liever online lezen? Klik dan hier