Column: Dé Majesteit
08/11/2025
Deze column komt uit Weekend editie 45.
‘Mensen mogen me aanspreken zoals ze willen’, zei Willem-Alexander aan de vooravond van zijn inhuldiging, twaalf en een half jaar geleden. Dat heeft hij geweten. Natuurlijk, op officiële momenten is het meestal ‘Majesteit’. Maar langs de kant wordt ook nog weleens ‘Willy’ geroepen, naar de satirische filmpjes van Lucky TV. Geregeld hoor je een burgemeester over of tegen de koning praten als ‘dé Majesteit’. Maar het is: de burgemeester, de koning, de meneer. Majesteit is een aanspreekvorm, een predicaat. Zoals edelachtbare voor een rechter of excellentie voor een ambassadeur. ‘De Majesteit? Dat is een stoomschip dat in Rotterdam ligt’, zeg ik altijd.
Er zijn talloze voorbeelden van royals die op hun eigen wijze reageerden als ze verkeerd werden aangesproken. Koningin Silvia, een geboren Duitse, loste het charmant op toen een Duitse journalist haar aansprak als mevrouw Sommerlath: ‘Vandaag ben ik koningin van Zweden.’ De broer van de Deense koning Frederik, prins Joachim, sloot uit zijn slof toen een journalist vroeg: ‘Joachim, mag ik je een vraag stellen?’ Bits reageerde hij: ‘Ik ben prins Joachim voor u.’ Britse royals zijn er helemaal op gebrand dat ze correct worden aangesproken. ‘Ik ben een hertog, geen sir’, beet prins Philip eens iemand toe. ‘Als je dat niet juist kunt doen, hoor je hier misschien niet te zijn.’
Daarentegen hoor je prins William regelmatig ‘Zeg maar gewoon William’ zeggen, om het ijs te breken en de afstand te verkleinen. Want een Koninklijke Hoogheid staat natuurlijk mijlenver van de jongeren of daklozen die hij bezoekt. De wereld op zijn kop was dat koningin Máxima werd gecorrigeerd toen ze in een situatie zei: ‘als koningin der Nederlanden’. Máxima is nou eenmaal de vrouw van de koning en daarmee dus de koningin der Nederlanden, als je het mij vraagt.
Prinses Mabel is iemand die er niet op staat om met haar prinsessentitel of als Koninklijke Hoogheid te worden aangekondigd. Ze doet haar werk als Mabel, hooguit Mabel van Oranje. In Nederland is ze het meest zichtbaar als prinses Mabel in haar voorvechtersrol om aids en hiv terug te dringen, onder meer tijdens het jaarlijkse Amsterdam Diner. ‘Ik ben natuurlijk wel lid van de koninklijke familie. Maar in mijn werk als activiste ben ik al ruim dertig jaar “gewoon” Mabel’, zegt ze in het nieuwe boek Live To Tell. ‘Ik werd afgelopen jaar op het Amsterdam Diner aangesproken door twee mannen met hiv die zeiden zo trots te zijn dat “onze community haar eigen prinses heeft”. Dat compliment ontroerde mij.’
Maar het zal u vast niet verbazen, er zijn leden van onze koninklijke familie die zwaarder tillen aan hun status van Koninklijke Hoogheid. En ook daadwerkelijk mensen erop aanspreken dat ze als zodanig aangesproken willen worden. Voor Willem-Alexander zou het ongetwijfeld nadelig uitpakken, mocht hij erover vallen. Ik moet toegeven, ik ben ook schuldig. In de deuropening voor ik hem de hand ging schudden, verliep het wat chaotisch, waardoor ik wat van mijn à propos was toen ik op hem afstapte. ‘Meneer…’ en ik wist meteen dat ik fout zat. Natuurlijk bedoelde ik dat niet denigrerend en hopelijk heeft hij dat ook niet zo ervaren.
Wat zou ex-prins Andrew zijn personeel opdragen nu hij daadwerkelijk geen Royal Highness meer is? Het zou me niets verbazen als hij het sprookje binnenskamers in stand blijft houden, al zou dat op den duur wel uitlekken. Het personeel van prinses Beatrix hoeft tegenwoordig bij haar thuis ook geen Koninklijke Hoogheid meer te zeggen. Bij haar voornaam is wat te veel van het goede, maar de vaste hofhouding mag haar gewoonweg ‘prinses’ noemen.
‘Ongekend dat hij toestaat Willy genoemd te worden’, zei een Belgische collega die het ervoer toen Willem-Alexander en Máxima in Brussel waren voor een staatsbezoek. Koning Filip stond er wat timide bij, Willem-Alexander lachte breeduit toen Leidse studenten hem joviaal op die manier begroetten. Beter dan ‘boe’ toch?
Bestel je Weekend met meer royaltynieuws hier en lees hier meer columns van Rick Evers.
FOTO: GETTY IMAGES/PATRICK VAN KATWIJK/WIREIMAGE
Uit andere media