Column: Van cottage naar paleis?
24/08/2025
Deze column is gepubliceerd in Weekend nummer 34
Daar gaan ze weer: nog maar net lijkt de laatste verhuisdoos uitgepakt of de volgende verhuis wagen rijdt alweer voor. William en Kate pakken dit najaar hun leven in Adelaide Cottage in, om het een paar straten verderop weer uit te pakken in Forest Lodge, midden in Windsor Great Park, onder de rook van het eeuwenoude kasteel.
Ze hebben het zo’n beetje voor het uitkiezen uit het vastgoedportfolio van de kroon. Al aasden ze ook op het huis van prins Andrew, Royal Lodge. Met man en macht is geprobeerd om hem eruit te krijgen, vooralsnog zonder resultaat. Maar moet je ook in zo’n besmet huis willen wonen? Forest Lodge wordt het dus. Maar de officiële residentie is en blijft Kensington Palace in Londen. De plek waar ze officieel gingen samenwonen na hun huwelijk – en waar ook de kantoren van hun medewerkers zijn gevestigd – is een soort koninklijk flatgebouw. Ook andere, verre familieleden hebben hier hun appartement. Het paleis wordt tevens gedeeld met het voor publiek toegankelijke museum. Geen wonder dat ze ook een plek wilden hebben waar ze iets meer beschut in en uit kunnen gaan, zonder dat ze steeds nageroepen worden.
Het hofleven is, anders dan hier in de lage landen, sowieso een leven van verhuizen. Beatrix koos ervoor om werk en privé te scheiden. Juliana koos voor alles in één op Soestdijk. Voor die tijd was het de gewoonte om een zomer- en winterpaleis te hebben, waarbij de hofhouding ieder jaar meermaals complete inboedels van Den Haag naar Apeldoorn en terug verhuisde: tapijten en meubels, serviezen en kleding. In Engeland is het nog altijd gebruikelijk dat periodes op Balmoral in Schotland en Sandringham in Norfolk worden doorgebracht. En dat Londen in de weekends voor Windsor wordt verruild.
Elizabeth besloot William en Kate voor hun huwelijk een eigen verblijf bij Sandringham te geven, Anmer Hall, waar vijf paar rubberlaarzen altijd klaar staan. Een vakantieplek in eigen land. Adelaide Cottage, waar ze drie jaar woonden, was destijds een logische stap: dicht genoeg bij Londen, heel dicht bij Windsor Castle en, in die eerste maanden, dichter bij Queen Elizabeth. Dat huis voelde als adempauze na de Londense drukte: slechts vier slaapkamers, veel gras, weinig pottenkijkers.
Maar adempauzes hebben de onaangename gewoonte eindig te zijn. Want het is wel érg klein voor een gezin van een toekomstig koningspaar. Terug naar Londen willen ze niet. Windsor bevalt. Qua woon-werkverkeer kan William op zijn elektrische step ’naar kantoor’, naar het kasteel. Hier zijn het geen files, maar hooguit eekhoorns die voor vertraging zorgen. En hier kunnen de kinderen veel meer genieten van het buitenleven. Maar een inwonende nanny, wat ze altijd gewend waren, was onmogelijk. Zoiets klinkt decadent, maar in Engeland is het veel gebruikelijker dan bij ons. Daarvoor was Adelaide Cottage echt te klein. Het was meer een gezellig huisje zoals je ze op een vakantiepark in Disney land kunt tegenkomen. Maar je zit wel érg op elkaars lip.
Forest Lodge klinkt alsnog schattig, maar het is een 328 jaar oude mansion met acht slaapkamers, een entree met een tongewelf plafond, een huis vol fraaie details, marmeren schouwen en een prachtig uitzicht. Het is twintig jaar geleden groots gerenoveerd, waarna het voor zo’n 17.500 euro per maand werd verhuurd. Deze zomer wordt er ook weer flink gerenoveerd – op hun eigen kosten overigens – zodat ze er dit jaar nog hun eerste kerst kunnen vieren. Naar verluidt willen ze nooit meer terug naar Londen. Zelfs als William koning is, zouden ze van plan zijn hier te blijven wonen. Klinkt raar, maar het is geen geheim dat ook Charles in Clarence House bleef wonen, een paar honderd meter van Buckingham Palace. Een woonpaleis én een werkpaleis. Het idee van Beatrix des tijds was zo gek nog niet.
Beeld: Getty Images
Deze column is gepubliceerd in Weekend nummer 34, nú in de winkel! Of lees ‘m online. Liever bestellen? Dat kan hier.
Uit andere media