Herman Van Veen Performs In Berlin

Herman van Veen geeft zeshonderdste solovoorstelling in Carré: dat getal is niet zo boeiend

Herman van Veen staat vrijdag voor de zeshonderdste keer in Koninklijk Theater Carré, maar voor de artiest betekent dat getal eigenlijk niet zo veel. “Ik ben er fier op dat ik zo lang in deze zaal gespeeld heb, maar dat getal an sich is niet zo boeiend”, zegt de componist in gesprek met het ANP.

Van Veen stond in 1971 voor het eerst solo op het podium in Carré. “Het blijft uniek” voor de artiest om na al die tijd nog steeds op te treden. “Je stapt alleen met andere koffers het toneel op”, zegt Van Veen. “Dat is anders dan toen ik voor het eerst in Carré speelde. In wat je speelt kijk je naar voren en ook terug. Dat terugkijken was vroeger een stuk korter”, lacht de 78-jarige Van Veen.

De artiest weet nog niet wat hem te wachten staat bij de mijlpaalvoorstelling. “Bij mijn 500e kreeg ik de sleutel van Carré, dus ik weet waar ik later ga wonen”, grapt hij. “Maar wat er nu gaat gebeuren weet ik niet.”

Hoefijzervorm

Volgens de schrijver en componist ligt de kracht van Carré in de hoefijzervorm. “Mensen zitten in die vorm voor je, waardoor ze ook elkaars beleving kunnen waarnemen. Die constructie gaat ook nog eens gepaard aan fenomenale akoestiek. En dat is voor muzikanten die wij zijn en voor de theatrale aspecten de ideale zaal voor ons om te spelen”, vindt Van Veen. Hij geniet er naar eigen zeggen ook van om in kleine theaters te spelen, “maar ik voel me meer op mijn gemak bij de maat Carré”.

Black-out

Van de nu zeshonderd voorstellingen in Carré zijn er een aantal die hem nog goed zijn bijgebleven. “Het heeft bijna altijd te maken met mensen”, legt Van Veen uit. “Ik kan me bijvoorbeeld herinneren dat Wim Kan de avond dat ik speelde overleed. Of dat er iets misgaat waardoor een avond onvergetelijk wordt. Ik heb een keer een geweldige black-out gehad in Carré dat ik echt niet meer wist waar, wat en hoe”.

‘Lust en mijn leven’

“Nu spelen ervaar ik als rijker”, zegt de kunstenaar verder. Naar eigen zeggen is hij er niet veel mee bezig geweest dat hij al zo lang op het podium staat. “Ik weet dat ik 78 jaar ben. En hoelang ik nog heb, geen idee. Ik zal een laatste voorstelling niet aankondigen. Het wordt voor mij afgekondigd. Daar heb ik niet al te veel invloed op.” Volgens Van Veen hangt dat ook af van hoe gewenst hij nog is. “Gelukkig is die vraag er nog en dat is natuurlijk fantastisch. Je hoopt die vraag te kunnen blijven beantwoorden omdat het zo een prachtig vak is. Als ik daartoe in staat ben, zal ik dat blijven doen. Dat is mijn lust en mijn leven.”

Beeld: Gerry Images