Column Marcvanderlinden

Column Marc van der Linden

Voor iedereen die ouder dan veertig is, zal paleis Soestdijk nog altijd iets speciaals betekenen. Het was het huis van koningin Juliana en prins Bernhard en wie voor het tuinhek ging staan, kon zomaar de hoofdbewoners of de lakeien en schoonmaaksters voorbij zien lopen. Dat had, althans voor mij, iets magisch. Juliana buitte dat ook een beetje uit. Ze wilde erg graag gewoon zijn en zorgde er voor dat elke toespraak of interview in een zo huiselijk mogelijke setting werd opgenomen. Hond op schoot, papegaai op de achtergrond en een pakje sigaretten binnen handbereik. Ze had ook de neiging om er na een toespraak meteen iets achteraan te zeggen, bijvoorbeeld: ’Zo, dat zit er weer op’.

Na het overlijden van Juliana en Bernhard werd een deel van het paleis opengesteld en velen zagen daarbij het achterstallig onderhoud. Ook werd duidelijk dat de ruimtes in het paleis bepaald niet groot waren. Het werd uiteindelijk verkocht voor 1,75 miljoen euro, een dubbeltje per Nederlander. Dat lijkt een spotprijsje, maar alleen het onderhoud van het paleis en de paleistuin kost al zo’n vier miljoen euro per jaar. De kopers hadden ambitieuze plannen. Er zouden appartementen en villa’s in de 81 hectare grote tuin worden gebouwd en er moest een hotel komen. Er werden succesvolle concerten gegeven waar onder anderen al eens koning Willem-Alexander en koningin Máxima tussen het publiek zaten. De buurt vond het echter maar niks. Zowel in Baarn als in Soest stonden mensen met decibelmeters in de tuin om vervolgens te klagen over geluidsoverlast. Ik begrijp dat lawaai vervelend is, maar je kunt je er ook overheen zetten als het maar een paar avonden per jaar is. Hoe dan ook, de bouwplannen voor de huizen en flats liggen stil en er heeft zich nog niemand gemeld om een hotel te gaan bouwen. De nieuwe eigenaars, twee vlotte zeventigers, houden moed. Ze hebben met de Amsterdamse Westergasfabriek al een visitekaartje afgegeven en ook de beroemde Hallen in Parijs kregen door hen een nieuw elan. Ik geloof er daarom wel in dat het met Soestdijk goed gaat komen, maar hopelijk vergeten ze de kleurrijke voormalige bewoners van het paleis niet. Soestdijk is immers voor eeuwig met de Oranjes verbonden. Ook in hun tijd was er overigens wel eens overlast, met Koninginnedag bijvoorbeeld of bij Bernhard’s militaire parades. Als hij met een helikopter in de tuin landde, dachten buren dat de oorlog was uitgebroken. Maar ja, toen was het dé prins en daar durfde men niet over te klagen. Ik hoop van harte dat het gaat lukken met het paleis, dat nu trouwens niet meer te bezoeken is. Wel kan men nog steeds in de prachtige tuin wandelen, zoals Juliana dat tot op hoge leeftijd ook dagelijks deed. Soestdijk moeten we koesteren.