Rooijakkers: goede kijkcijfers net heroïne

Art Rooijakkers presenteert al drie seizoenen het kijkcijferkanon Wie is de mol?. En die miljoenen kijkers strelen zijn ego, geeft de presentator toe in de Volkskrant. 'Als de kijkcijfers goed zijn, voelt het als heroïne.'

'Het maakt je euforisch. De misschien wel lekkerste kick die er is.' Al kent Rooijakkers ook de andere kant van de medaille. 'Afgelopen najaar heb ik Operatie NL Fit gedaan, met veel ambitie. Dat bleef ver beneden de verwachtingen. Na twee afleveringen was dat duidelijk. Toen moesten we er nog acht maken. Een loodzware opgave.'

Na de nodige kilometers als presentator ziet Rooijakkers zich noch als aanstormend talent noch als lid van de gevestigde orde. 'Geen van tweeën. Als ik nu nog tot de eerste categorie word gerekend zou het wat zielig zijn, dat moet je toch op een gegeven moment achter je hebben gelaten. Maar ik kan nog steeds tegen anderen opkijken. Martijn Krabbé, Jeroen Pauw, Rob Trip.'

Inmiddels vindt Rooijakkers het niet meer vervelend in de schijnwerpers te staan. 'Ik kan er nu oprecht van genieten als ik een programma mag dragen. Dat je dan ook als BN'er wordt herkend, hoort erbij. Als tv-persoonlijkheden zich beklagen over hun lot, denk ik altijd: stop er dan mee. Vorige week werd ik op mijn fiets klemgereden door een auto. Een man stapte uit. 'Zeg het maar, wie is het, wie is De Mol?' In eerste instantie dacht ik: wat is dit? Maar het is toch vooral grappig.'