Column Jokealberts

Column Joke Alberts: Wel of niet een kerstboom

Koos Alberts overleed vorig jaar plotseling op 71-jarige leeftijd. Zijn vrouw Joke bleef alleen achter, en probeerde het leven zónder de grote liefde van haar leven langzaam weer op te pakken. Met name de maand december blijft lastig voor mensen die alleen zijn, of een dierbare hebben verloren. In haar column beschrijft Joke hoe zij deze feestmaand heeft ervaren, geeft zij tips, en krijgen we een uniek inkijkje in het leven van deze bijzondere, sterke vrouw.

Op weg naar mijn tweede Kerst alleen heb ik al vaak terug moeten denken aan de tijd dat Koos en ik nog in ons andere huis woonden. De kerstperiode was altijd reuze gezellig. Met de honden spelen in de tuin, spelletjes doen en samen eten. Heerlijk was dat. Het hoogtepunt kwam vaak daarna, als Dave en Christa gingen zingen in de studio. Koos deed het geluid en onze kleinzoons deden voor de camera die opgesteld stond om die momenten vast te leggen, alsof ze gitaar speelden. Wat hadden we een plezier. Vooral als Dave en Christa de maat kwijtraakten en vals begonnen te zingen. Dat is nu natuurlijk allemaal anders. De laatste kerst met Koos was er één om nooit meer te vergeten. We gingen met de hele familie naar Oostenrijk. Daar konden de kinderen skiën en genoten Koos en ik van de sneeuw en de overheerlijke warme chocolademelk in het hotel. Koos was de eerste dagen van deze kerstvakantie, die later onze laatste samen zouden blijken te zijn, erg ziek. Maar we maakten ons niet ongerust, omdat we er van uit gingen dat het een griepje of een blaasontsteking was. Hij had het ook zo druk gehad. Vlak voor kerst waren we verhuisd naar Harderwijk, waar we een prachtig driekamerappartement hadden gekocht. Ons grote vrijstaande huis in Hierden, met vijf slaapkamers, twee badkamers, studio, garage en een aardig grote tuin was te groot voor Koos en mij geworden. Die verhuizing was met name voor Koos niet gemakkelijk geweest. Hij moest echt wennen aan de nieuwe situatie. Hij had geen garage meer waar hij net zoals in Hierden wat kon klussen en dingen bedenken. Om die reden had hij zich nog meer dan daarvoor op zijn muziek gestort. In de tweede slaapkamer had hij zijn eigen muziekstudio gebouwd. Als Koos muziek kon maken was hij intens gelukkig. Daar heeft hij ook het nummer Een Amsterdammer opgenomen. Niet alleen Koos, maar ook wij vonden het een ontzettend mooi nummer. Het was een grote wens van hem om dit nummer ooit nog uit te brengen, dus toen René Karst en Edwin van Hoevelaak mij na Koos’ dood benaderden met de vraag of ze dat mochten doen, hoefde ik niet lang na te denken. Samen met Cornelis Music brachten ze het op single uit en het bijzondere vond ik dat dit nummer weergaf wie Koos werkelijk was. Zijn vrolijkheid, zijn humor, zijn enthousiasme; alles komt voorbij als je de muziek en zijn stem hoort. Het maakt me zo vrolijk als ik er naar luister. Koos is er niet meer, maar zijn muziek gelukkig nog wel. In het appartement staat de geluidsapparatuur nog steeds op dezelfde plek, alsof hij niet weg is. Aan de muren hangen alle gouden en platina platen en er staan talloze gewonnen onderscheidingen. Ik heb ook niet lang hoeven nadenken of ik wel of niet een kerstboom zou opzetten dit jaar. Natuurlijk komt er weer een boom! Een mooi opgetuigde boom met veel kerstballen en mooie lichtjes geeft nog meer sfeer en warmte in ons huis. Ik zet de boom ook op voor Koos. Koos is gelukkig overal in huis aanwezig. Hij is dood, maar niet weg. Zijn beeld staat in de gang, zijn foto’s hangen aan de muur, zijn as staat in de kamer. Hij blijft er gewoon bij. De kerst is anders, maar Koos is er nog. En als het me even te veel wordt, dan ga ik eropuit. Ik ga vaak kijken naar de voetbalwedstrijden van mijn kleinzoons of naar de Johan Cruijff Arena als AJAX moet spelen. Ook naar de dames van AJAX ga ik kijken, want voetbal zit in mijn genen. Vroeger was Koos de trainer van het dameselftal waar Christa en ik in speelden. Dat was een prachtige tijd, daar denk ik nu vaak aan terug. En als ik dan wegga van huis, geef ik zijn beeld een kus en leg mijn hand op mijn hart. ’Ik neem je mee hoor, in mijn hart’, zeg ik dan. ’We gaan winnen!’