Image 1

Het kost wat energie…

Deze column is gepubliceerd in Weekend nummer 47

Door Rick Evers

Toen ik mijn werk als koningshuisverslaggever begon, was Peter van der Vorst dé royaltydeskundige van ons land. Maar langzaam maar zeker vond hij het onderwerp minder leuk. Dat had ongetwijfeld te maken met een akkefietje dat hij en Willem-Alexander hadden.

Dat hij steeds minder op had met het koninklijke onderwerp, liet hij mij ook merken. “Wat vind je er nou leuk aan? En hoe lang wil je dit nog blijven doen?” Zelf verruilde hij het koningshuis voor entertainment bij RTL Boulevard, ging eigen programma’s maken en is nu uiteindelijk directeur van RTL geworden.

Zulke grote ambities heb ik eerlijk gezegd totaal niet. Ik geniet nog elke dag van mijn werk. Niet alleen omdat ik – soms – met onze royals kan spreken. De ene dag lukt het een kort gesprekje met koningin Máxima te hebben, het ander moment is het juist een minister. Vorige week trof ik Micky Adriaansens, de minister van Economische Zaken, die veel met Máxima heeft samengewerkt. Leuker zijn misschien nog de gesprekken met royals die geen troon meer hebben en vrijer durven spreken. Of juist de mensen aan de zijlijn, die het koningschap bij wijze van spreken mede mogelijk maken.

Bovendien zorgt mijn werk ervoor dat ik op de leukste plekken kom. Zonder ons koningspaar was ik nooit over de Waddeneilanden gevlogen in een legerhelikopter. Dan had ik waarschijnlijk nooit één voet gezet in het paleis van de Turkse president en had ik ook de opgezette witte leeuwin van de Senegalese president nooit gezien. Of het fabeldier in het paleis van koningin Margrethe. Dat zijn natuurlijk allemaal uitzonderingen, want ik sta vaker in de stromende regen in een Nederlandse plaats waar onze koning of koningin langskomt.

En ook op staatsbezoeken is het niet alleen pracht en praal, want in India stonden we op ons paasbest bij het borrelende, stinkende open riool van Delhi. We moesten er achteraf om lachen, maar de geur zullen we van ons leven nooit vergeten. Maar juist die veelzijdigheid maakt het werk ook ontzettend leuk.

Onlangs was ik op Paleis Noordeinde, het werkpaleis van de koning en koningin in hartje Den Haag. Niet voor een koninklijk ontvangst of prijsuitreiking, nee, ik was op Paleis Noordeinde. Letterlijk. Erbovenop! Op dit moment worden daar zonnepanelen gelegd. In eerste instantie was het uitgesloten dat ze er zouden komen. Willem-Alexander wilde ze ook graag op Paleis Huis ten Bosch, maar dat plan is vrijwel meteen afgeschoten. Want ja, een monumentaal pand met zulke blinkend zwarte panelen, dat zou geen gezicht zijn en het idee werd al gauw weggewuifd.

Op Paleis Noordeinde bleek het toch te kunnen. Via de prachtige gangen van het paleis kwam ik op een zolder en uiteindelijk op het dak, met het prachtige uitzicht over Den Haag met zijn bonte verzameling van moderne en historische gebouwen. Wie beneden staat, heeft geen idee dat hier 183 panelen liggen die voor een derde van de energie van het werkpaleis kunnen gaan zorgen. Voor de kerst moeten ze actief zijn. Dat Willem-Alexander ze wilde, betekende niet dat ze er zouden komen. Het is niet zijn paleis, maar van ons allemaal.

De staat, of eigenlijk het Rijksvastgoedbedrijf is eigenaar en bepaalt. Gelukkig besteedde Willem-Alexander er veel energie aan en zorgde hij ervoor dat is onderzocht wat er mogelijk is op het dak. Het heeft voor zo’n eeuwenoud gebouw, met oude houten dakconstructies, best wat voeten in aarde gehad. Maar nu heeft Willem-Alexander dan wel de primeur: Paleis Noordeinde is het eerste monument van de staat met zonnepanelen. Paleis Huis ten Bosch heeft geen platte daken. Zou Willem-Alexander een stuk tuin willen opofferen voor een zonneveld? Hij is in elk geval bezig met zonnepanelen op De Horsten, maar dat is natuurlijk zijn privédomein. Op Paleis Huis ten Bosch is hij niet – helemaal – de baas…

Beeld: Frank van Beek E.A.

Deze column is gepubliceerd in Weekend nummer 47, nú in de winkel! Dit nummer bestellen kan hier. Liever online lezen? Klik dan hier