Kort Geding Tegen Yvonne Coldeweijer Over Juicevideo

Samantha Steenwijk tegenover Yvonne Coldeweijer in rechtbank: ‘Keiharde leugens’

Samantha Steenwijk is tevreden met hoe het kort geding is verlopen dat zij vrijdag tegen vlogger Yvonne Coldeweijer had aangespannen. “We hebben alles kunnen zeggen. Dus ik hoop dat de rechter het goede beslist”, zei de zangeres na afloop tegen de aanwezige pers.

Over dat zij deze ochtend überhaupt in de rechtbank stond, is Samantha minder te spreken. “Dit is niet waar ik voor gemaakt ben in het leven. Ik wil gewoon mensen entertainen en blij maken, niet deze ellende aan mijn broek.” Op een “mediacircus” was ze al helemaal niet uit, zegt ze. “Ik ben niet degene geweest die dit in de pers heeft geroepen, dat heeft de tegenpartij gedaan. Die wilde er een mediacircus van maken, ik niet. Absoluut niet.”

‘Iedereen weet dat ik een rectificatie toch niet meen’

De tegenpartij, Yvonne (35), zegt alvast niet veel waarde te hechten aan de uitspraak die de rechter zal doen. “De eis is dat ik een rectificatie plaats zoals zij hem willen zien. Iedereen weet nu dat als ik dat doe, dat ik het toch niet meen”, zegt de roddelvlogger, “dus wat heeft ze te winnen?” Het zou ook nog kunnen dat de rechter besluit dat ze een boete van 5000 euro moet betalen. “Dat zou wel vervelend zijn natuurlijk”, aldus Yvonne.

Samantha had een kort geding aangespannen tegen de maakster van het juicekanaal Life of Yvonne. In het kort geding eiste de 36-jarige zangeres onder meer een rectificatie van een video waarin de vlogster beweerde dat Samantha illegale afslankpillen heeft gebruikt om af te vallen. “Het is totaal onwaar wat er allemaal beweerd is. Het is een keiharde leugen”, zei Samantha in de rechtbank.

Samantha: geen bewijs

Dat Yvonne de video inmiddels offline heeft gehaald, is voor Samantha niet niet voldoende. “Een rectificatie is niet zeggen dat iemand het niet gedaan heeft. Als je iets brengt als een feit en je zegt: ik weet dat het waar is, want ik heb bewijs, maar je hebt dat bewijs niet, zoals tijdens de zitting ook bleek, dan moet je zeggen: ik heb geen bewijs, het is niet waar.”

De rechter doet op 29 april uitspraak in de zaak.