Column Marcvanderlinden

Column Marc van der Linden

Enige tijd geleden zond de NPO een documentaire uit over het VN-werk van koningin Máxima. Ik heb er naar gekeken omdat ik in de afgelopen jaren op vele reizen mee ben geweest en het vakgebied interessant ben gaan vinden. Maar ook omdat ik er van baalde dat de documentairemakers veel meer mochten dan wij. Omdat je zo dicht op de koningin zit als je meereist, moet je haar ook een bepaalde ruimte geven. Zoals elke moeder wil ze, als ze even vrij is, met haar kinderen facetimen. Als je daarbij in de buurt zit hoef je echt niet weg, dan heb je geluk dat je een inkijkje krijgt in hoe gewoon het gezin van Máxima eigenlijk is. Maar je doet er niks mee. Tenminste, als ik zo’n gesprek met mijn telefoon zou hebben ge lmd en dat in RTL Boulevard zou tonen, dan zou ik waarschijnlijk te horen hebben gekregen dat ik voortaan niet meer welkom zou zijn. Dat had ik nog begrepen ook. Maar in de NPO-docu zat zo’n moment en daarover is totaal geen ophef geweest. Zijn Jeroen Snel van Blauw Bloed of ik dan te braaf? Nee, wij gaan vaker mee en zo’n docuploeg maar één keer. Zij hoeven zich dus niet aan regels en verzoeken te houden omdat ze niet van plan waren nog eens mee te gaan.

In de hele documentaire werd alles wat de koningin zei ondertiteld. Nederlandse televisiemakers hebben de neiging snel te kiezen voor ondertiteling. Vlamingen, Limburgers en Brabanders worden standaard ondertiteld, maar ik weet zeker dat het gros van de Nederlanders deze mensen echt wel kan verstaan. Alleen een handjevol televisiemakers, dat bijna zonder uitzondering in een straal van 30 kilometer rond Hilversum woont, heeft de neiging iedereen die met een accent spreekt van ondertiteling te voorzien. De Rijksvoorlichtingsdienst, die streng waakt over het imago van de Oranjes, wil ook niet dat de koningin ondertiteld wordt. Wat mij betreft terecht, Máxima spreekt goed Nederlands. Ze kent de finesses van de taal, kan er grappen in maken. Wel haalt ze soms dat en wat of heel en veel door elkaar, maar dat doen meer Nederlanders. Máxima kan echter zo enthousiast over haar werk vertellen dat ze weleens verstrikt raakt in de lengte van een zin. Voor televisiemakers is dat niet fijn. Die willen graag korte, bondige citaten die gemakkelijk tussen de beelden geplakt kunnen worden. Máxima wil echter gewoon haar verhaal vertellen. Ik durf haar dan wel te vragen of ze kort wil zijn. Dat is ook in haar belang; als het te lang duurt, wordt het vaak niet uitgezonden. De koningin heeft verder de neiging te snel te praten. Eveneens uit enthousiasme, maar het komt de verstaanbaarheid niet ten goede. Maar in ’n documentaire van ’n klein uur, waarbij de koningin volledig beschikbaar was en elk antwoord opnieuw kon geven, vind ik het onwaardig om alles wat zij zegt te ondertitelen. Taal is ook de ander kunnen verstaan of daar een beetje moeite voor willen doen. Als we iedereen die een beetje anders praat gaan ondertitelen, verstaan we op een dag niemand meer.