Column Marcvanderlinden

Column Marc van der Linden – Amalia dankt hoge toelage aan Beatrix (en laffe politici)

Op dinsdag 15 september zal de koning de Troonrede voorlezen en ik vermoed dat de meeste mensen daarna meer over de vreemde Prinsjesdag zullen spreken dan over de inhoud van de troonrede. De sobere ceremonie, de andere locatie en het afgelasten van de balkonscène maken dat Prinsjesdag het zoveelste evenement is geworden dat opnieuw moest worden uitgevonden. Maar in de dagen na de officiële presentatie van de begroting van 2021 zult u vanzelf meer horen over de inhoud. Ik verwacht dat de toelage van de Prinses van Oranje de meeste aandacht zal krijgen. Eind 2021 wordt zij achttien jaar en vanaf dat moment heeft zij volgens de Grondwet recht op een uitkering van de Staat. Het bedrag tot achter de komma ken ik nog niet, maar het zal iets minder zijn dan anderhalf miljoen euro. De troonopvolger van de Oranjes wint elke keer op zijn of haar achttiende verjaardag de jackpot. Natuurlijk is die anderhalve miljoen niet alleen (belastingvrij) salaris, dat zal voor Amalia een bedrag zijn van drie ton, oftewel minimaal 25 mille per maand netto. Ter vergelijking: een leeftijdgenoot die achter de kassa in de supermarkt gaat zitten, moet voor datzelfde bedrag zo’n beetje twee jaar fulltime werken.

Amalia en haar familie valt hierin niets te verwijten; het staat in de Grondwet en het zijn politici aan linker- en rechterzijde die de afspraken hebben bevestigd, terwijl ze bijvoorbeeld vóór Amalia’s geboorte of de inhuldiging van de koning in een verkiezingsjaar de getallen al hadden kunnen aanpassen. Als u woedende of emotionele politici ziet die beginnen over het verhogen van de salarissen van de zorgmedewerkers of de AOW, ook zij hadden dit kunnen zien aankomen. In 2008 is zowel de Eerste als de Tweede Kamer opnieuw akkoord gegaan met de afspraken zoals die er al lagen. Ik vind het salaris van Amalia hoog. Helemaal omdat de koning steeds gezegd heeft dat ze moet gaan werken zodra ze achttien jaar wordt, maar vanaf nu een jaartje vrij heeft om de wereld rond te reizen. Maar ik heb meer bezwaar tegen de enorme kostenvergoeding van ruim een miljoen die Amalia meteen krijgt. Die is bedoeld om personeel aan te nemen, kleding te kopen, te reizen en etentjes te geven in de aanloop naar het koninginneschap. Voor die uitgaven moet ze bonnetjes overleggen, maar wanneer maakt niet uit. Dat gaf premier Lubbers althans aan in het debat voorafgaand aan Willem-Alexander’s achttiende verjaardag. Die mocht de onkostenvergoeding sparen omdat hij niet elk jaar met het gebudgetteerde bedrag zou kunnen rondkomen. Lubbers noemde toen bijvoorbeeld het huwelijk van de kroonprins, die 34 jaar was toen hij eindelijk trouwde en dus zestien jaar geld apart had kunnen zetten voor de grote dag.

Maar hoe zijn de toch als zuinige Hollanders bekendstaande politici ooit tot zo’n hoge toelage gekomen? Ik denk dat de meest simpele verklaring steeds weer over het hoofd wordt gezien. Het Financieel Statuut voor het Koningshuis trad in 1972 in werking. Beatrix was toen 34 jaar, was getrouwd, had haar eigen kasteel en niet te vergeten drie kinderen. Voor een kroonprinses op die leeftijd en alle werkzaamheden die zij en Claus vervulden, vallen de hoge bedragen beter uit te leggen dan voor een achttienjarige prinses die net uit de schoolbanken is gestapt.