Column Marcvanderlinden

Column Marc van der Linden – ‘Snotneus’ leverde koninklijke banen op

In politiek Den Haag staat voor deze week het debat over de vergoeding aan het Koninklijk Huis op de agenda. Dat levert altijd een vermakelijk stukje tv op. Jarenlang hadden we Alexander Pechtold, de voorman van D66, die zich druk maakte over de kosten van het onderhoud van de Groene Draeck, de privéboot van toen nog koningin Beatrix. De kosten van het onderhoud werden in 2005 ineens een kwestie die jarenlang voor verbaal vuurwerk in de Tweede Kamer zorgde. Toch ging het parlement elk jaar weer akkoord met de kosten, die veel hoger waren dan wat andere eigenaren van Lemsteraken jaarlijks kwijt waren aan onderhoud. Sinds het vertrek van Pechtold uit de Tweede Kamer wordt het onderwerp niet meer aangeboord tijdens de beschouwingen. Toch is er elk jaar wel een relletje rond de ver­goe­dingen van de Oranjes. Deze week zal er in de Kamer een debat plaatsvinden over de toelage van prinses Amalia, die zij vanaf haar achttiende verjaardag, volgend jaar op 7 december, zal krijgen als troon­opvolgster. In 2018 werd dat bedrag nog op ruim 1,4 miljoen euro geschat, een jaar later was er al een ton bij gekomen en uiteindelijk ligt het bedrag waar Amalia recht op heeft over een heel jaar op ruim 1,6 miljoen euro. Daarvan krijgt ze volgend jaar maar drie weken en drie dagen uitbetaald – ze wordt immers pas op 7 december 2021 achttien jaar.

Op 8 oktober staat dat debat gepland. Voor deze gelegenheid heb ik het debat uit 1984 over dezelfde vergoeding voor toenmalig kroonprins Willem-Alexander nog eens nagelezen. Dat kan in de Hande­lingen, waarin elk woord dat in het parlement werd geuit, uitgeschreven staat. Ik kan het altijd gemakkelijk vinden omdat ik zoek op het woord ’snotneus’. Over dat woord ontstond destijds een hoop commotie. De fractieleider van de PSP, de Pacifistisch Socialistische Partij, noemde Willem-Alexander toen een snotneus. En – typisch voor de Nederlandse politiek – ineens ging het niet meer over het geld, maar over het woordje dat lijsttrekker Andrée van Es van de PSP had gebruikt om haar bezwaar tegen het bedrag van 900.000 gulden te verklaren. Dat bedrag, van omgerekend iets meer dan vier ton in euro’s, was toen al een doorn in het oog van velen. Veel te veel voor een snotneus van achttien jaar, vond men. Hoewel de taal in het parlement sindsdien in sommige debatten veel harder is geworden, heeft Andrée van Es, destijds het enige openlijk republikeinse Kamerlid, er nooit last van gehad. Sterker nog, ze heeft er waarschijnlijk twee eervolle banen bij de Oranjes aan overgehouden. Zo vroeg de regering haar om Máxima bij te staan bij haar inburgering in Nederland en in 2013 zat ze in het comité dat de feestelijkheden rond de inhuldiging van ’die snotneus’, inmiddels bijna koning, Willem-Alexander moest regelen. Van Es heeft er een innig contact aan overgehouden. Ze zei enkele jaren geleden in een interview dat ze haar mening over de monarchie had bijgesteld. ’Rationeel gezien past een monarchie niet bij onze moderne samenleving – in die zin is mijn standpunt niet gewijzigd. De irratio­naliteit van het instituut ben ik echter steeds meer gaan waarderen. Sterker nog, het ontroert mij. Dat komt deels door de mensen die het koningshuis vertegen­woordigen. Zij doen dat gewetensvol en vol overgave.’ Zo zie je maar dat republikeinen ook betoverd kunnen raken door een koningshuis.