Column Marcvanderlinden

Column Marc van der Linden – Koning Carlos van Spanje?

In een nette wijk in Den Haag woont prins Carlos de Bourbon de Parme met zijn gezin. In een charmante woning, maar zeker geen kasteel of zelfs maar een villa. De prins runt met twee zakenpartners een bedrijf en zijn echtgenote Annemarie is, na jarenlang op de politieke redactie van de NOS te hebben gewerkt, bij een nieuwe werkgever begonnen. Het paar is heel gelukkig in de naar koninklijke maatstaven bescheiden woning, die ze delen met hun drie kinderen Luisa (8), Cecilia (7) en Carlos Enrique (4). Alle vijf kunnen ze zich met het predikaat ’Koninklijke Hoogheid’ laten aanspreken, maar dat gebeurt in de Haagse straat waar ze wonen zeker niet. Carlos en Annemarie hebben gekozen voor een leven dat hooguit een paar dagen per jaar anders is dan dat van de meeste tweever­dieners. Daar heb ik bewondering voor, want het laat een realistische blik zien op het verleden en de toekomst. Als de geschiedenis volgens de regels was verlopen, was Carlos nu koning van Spanje geweest. Eén van zijn voorouders had recht op die troon, maar werd gepasseerd door zijn nichtje, de dochter van de overleden koning. Het zorgde voor een splitsing onder de monarchisten, die óf achter de ene lijn van de Bourbons gingen staan óf achter de andere. Het leidde tot bloedige oorlogen en een dispuut dat weer oplaaide toen dictator Franco in de jaren vijftig van de vorige eeuw aankondigde dat Spanje na zijn dood weer een monarchie zou gaan worden. De twee kandidaten voor het koningschap waren echter niet geschikt in zijn ogen. Juan de Bourbon en Xavier de Bourbon Parma moesten daarom hun zoons naar voren schuiven en uitgerekend in koningshuizen ligt dat gevoelig. Juan de Bourbon wilde zelf koning worden en Xavier, die als antifascist in de Tweede ­Wereldoorlog in concentratiekamp Dachau was beland, wilde niets met Hitler’s bondgenoot Franco te maken hebben. Zijn zoon Carlos Hugo wilde de uitdaging echter wel aangaan. Samen met zijn echtgenote prinses Irene werd hij de andere kandidaat, maar ook al snel een tegenstander van Franco. Niet veel later werd hij het land uitgezet en kon Irene, dankzij haar Nederlandse paspoort, het werk voortzetten om een democratisch Spanje als enige optie na te streven.

Toch werden Carlos Hugo en Irene niet het koningspaar, maar Juan Carlos en Sofía. Tot op de dag van vandaag zijn er echter in delen van Spanje monarchisten die ’ónze’ Carlos uit Den Haag als de huidige koning van Spanje zien. Twee of drie keer per jaar bezoekt hij het land en wordt daar dan door zijn volgelingen met Majesteit aangesproken en ook zo behandeld. Nu er onrust is in Spanje, zou het verleidelijk kunnen zijn voor Carlos om zich als alternatief voor de huidige koning op te werpen, maar het zou niet koninklijk zijn. Bovendien gaat Spanje eerder richting een republiek dan naar een nieuw koningshuis. Hardop zal Carlos hooguit zeggen dat het aan de Spanjaarden is, maar als er een beroep op hem wordt gedaan, zal hij beschikbaar zijn. De inzet en het gevecht van zijn ouders, zijn grootvader en al die generaties voor hem zouden hem dwingen om dat te doen. Gelukkig is het niet aan de orde en blijft het paleisje in die Haagse straat een huis van geluk. Iets wat men moeilijk kan zeggen van het koninklijke ­Zarzuela-paleis in Madrid…