Column Marcvanderlinden

Column Marc van der Linden – Een bizarre gewaarwording

Als journalist moet je voortdurend vooruitkijken en ook je collega’s scherp in de gaten houden. Want je brengt natuurlijk het liefst altijd primeurs, of althans informatie die nieuw is. Wat ik ook moet doen, is goed in de gaten te houden of er boeken over de Oranjes verschijnen. Vaak mag ik die dan eerder lezen, zodat ik ze op de dag van de verschijning kan bespreken. Wat dat betreft is het een druk jaar geweest. Daniela Hooghiemstra heeft een goed boek geschreven over het huwelijk van prinses Irene en prins Carlos Hugo van Bourbon–Parma. Ze onthult dat Irene van haar familie en de regering destijds afstand moest doen van zo’n beetje alles, maar dat ze daarna nog steeds geen politieke uitspraken mocht doen. Over het boek van Marcia Luyten heb ik het al vaker gehad. Geweldig boek, goed geschreven, met hulp van Máxima die familie en vriendinnen toestemming had gegeven met Luyten te praten. Daardoor is het wat vreemd dat ze een paar interessante feiten mist die juist voor een boek over Máxima’s Argentijnse jaren essentieel zijn. Zoals bijvoorbeeld het feit dat de vader van onze koningin nog tot ver in de jaren tachtig officieel met zijn eerste vrouw getrouwd bleef. Pas in 1987 kon hij met Máxima’s moeder Maria del Carmen trouwen, in het bijzijn van hun hele gezin. Het was een bijzondere dag, waarop vooral gevierd werd dat het kersverse echtpaar in feite al minimaal achttien jaar intens gelukkig was.

Marcia’s boek mocht ik ongeveer een week voor verschijning lezen en dat is genoeg om er een recensie over te schrijven of mooie nieuwsfeiten uit te brengen. De schrijvers van het Argentijnse boek over onze koningin, dat op 1 mei is verschenen, deden een stuk moeilijker. Ongeveer een maand voor de verschijning van hun boek belde ik al met het verzoek het desnoods onder embargo te mogen lezen. Ik had een goed contact met Rodolfo Calderón, één van de twee schrijvers, en natuurlijk praat je dan over het onderwerp van zijn boek: koningin Máxima. Hij stelde wat vragen over hoe een en ander ging aan het hof en ik stelde wat vragen over zijn boek. Maar pas op 1 mei kreeg ik het echt. Nou spreek ik wel een beetje Spaans, maar het lézen van een heel boek is een flinke onderneming. Het gaat langzaam en ik heb een woordenboek nodig. Rodolfo en zijn collega Paula Galloni hebben hun huiswerk goed gedaan, ze komen met veel nieuwe feiten over de jeugd van onze koningin. Maar ze gaan regelmatig de mist in als ze het hebben over haar koninklijke leven na 2001. Zo zijn de lijfwachten van de koningin en koning volgens de schrijvers van de Koninklijke Marechaussee en niet, zoals in werkelijkheid, politiemedewerkers. Maar het boek nam helemaal een bizarre wending toen ik op de laatste pagina’s een interview met mezelf teruglas. Ik was me er niet van bewust dat ik geïnterviewd was door de schrijvers en had zeker mijn citaten voor publicatie willen lezen. Dan had ik één onzinnig citaat dat in mijn mond wordt gelegd, laten verwijderen. Het bizarre: de andere vier citaten zijn wel van mij afkomstig en keurig geciteerd. Fouten maakt iedereen en ik hou het er maar op dat ze de quote onterecht aan mij hebben toegeschreven. Maar je gaat zo’n boek – waarin ik ook veel nieuws heb gelezen – toch wat kritischer bekijken. Want citeren ze anderen dan wél goed?